De zon schijnt en de hond staat voor de deur te kwispelen. Ik kijk hem aan. ‘Je bent nog niet aan de beurt hoor, Brucie’, zeg ik. Door zijn treurige blik loop ik naar de trap.
‘Wie wil Bruce even uitlaten?’ roep ik naar boven. Ik gil nog iets harder om boven het muziekgeluid wat uit drie verschillende kamers klinkt uit te komen. ‘WIE WIL BRUCE EVEN UITLATEN???’ Ik zucht nog een keer diep. Zal ik de trap op stampen en mijn gelijk gaan halen? (We wilden tenslotte allemaal een hond en we zouden er allemaal voor zorgen, yeah right!) Ik kijk naar buiten. De zon lijkt naar me te knipogen ;). Het is bijna 17.00u. Eigenlijk zou ik moeten gaan koken om mijn drie bloedjes van kinderen goed gevoed naar de training en andere bezigheden te laten gaan…soit! Ik ga lekker wandelen! Ik doe de hond aan de riem. Hij kijkt me een beetje vreemd aan. ‘Dit klopt niet helemaal,’ zie ik hem denken. ‘Normaal krijg ik eerst mijn eten, dan gaan zij eten en pas dán gaan we wandelen’. ‘Hoe ernstig is het als zelfs de hond benul van “tijd” krijgt?’ vraag ik mezelf af.
Terwijl ik de vogels hoor fluiten betrap ik mezelf erop dat ik zachtjes aan het neuriën ben. Ik sla rechts af bij mijn bekende blokje; rechts, rechts en nog een keer rechts en dan ben ik weer thuis.
Ineens blijf ik staan. Ik ben verbijsterd. Zomaar vallen er wat kwartjes.
Wat ben ik eigenlijk een mal mens. Ik realiseer me dat ik alles op routine en tijd doe. Waar is de speelse ik gebleven? Vastberaden trek ik de hond mee naar links. Wéér is hij van zijn stuk gebracht. ‘Links?? Hoe komt ze dáár nu bij?!’ Ik begin er steeds meer lol in te krijgen…
Langs een slootje staat de hond even te snuffelen en sinds het kwartje dat zojuist gevallen is dat we vandaag de “tijd” hebben, ga ik even op het bankje in het gras zitten. Twee jongetjes van een jaar of zes staan ook bij het slootje te kijken. Ik vang hun gesprekje op. ‘Heb jij al wel eens wat gevangen hier?’ vraagt het jongetje met de rode korte broek . ‘Ja hoor, hier zwemmen hele scholen vissen’, zegt het andere jongetje. ‘Schone vissen, bedoel je’ , zegt het jongetje met de rode korte broek. ‘Neeee, scholen vissen; dat is een groep vissen bij elkaar’ zegt het andere jongetje, terwijl hij met zijn handen laat zien hoe groot zo’n “school” ongeveer is. ‘Ow’ zegt de rode korte broek bedenkelijk, ‘dat noem je een kudde vissen.
‘Héérlijk, waar gaat dit gesprek heen?’, denk ik.
Het andere jongetje komt overeind en veegt zijn vieze handjes af aan zijn (witte) broek. Hij kijkt de rode korte broek aan. Ik zie dat hij even staat te denken. Hij haalt zijn schoudertjes op en zegt: ‘ook goed’.
‘Wauw wat mooi!’, denk ik. Iemand in zijn waarde of waarheid laten. De lessen liggen gewoon hier op straat. Tevreden maak ik mijn wandelingetje af; links, links nog een keer links.
Wat ruik ik? Als ik de keuken binnen loop zie ik de kids met z’n drieën triomfantelijk naar mij kijken, met voor hun neus een prima zelfgemaakte maaltijd!
Ik laat alle zojuist verworven inzichten even de revue passeren; Tijd, routine, iemand in zijn waarheid laten, de kinderen het initiatief ontnemen zelf te ondernemen (koken).
Door het eens helemaal anders te doen, uit de routine te stappen, in het hier en nu aanwezig zijn en mijn oren goed te openen, kwam ik zomaar in de flow…. de flow en de cadeautjes van het leven!
Liefs,
Karin Achten
(387)